Start |
|
- Oplijnen voor de start.
- Stijg op in het verlengde van de piste
- Overgaan in een rechte egale stijgvlucht.
Aandachtspunten:
- Niet te veel afwijken van de startrichting (max. 15° L of R).
- Overgang naar stijgvlucht zonder het toestel te overtrekken (te lage snelheid).
- Mooie egale stijgvlucht zonder te pompen.
- Tijdens stijgvlucht rechtuit blijven gaan tot op circuithoogte.
|
Procedure Turn |
|
- Overvlieg de landingsbaan op circuithoogte in de as van de baan.
- Op het einde van de baan draai je 45° naar links of rechts en vlieg 5 seconden uit. (Tijd aanpassen in geval van crosswind).
- Zet een bocht in naar rechts (indien hierboven vertrokken werd naar links) of links (indien hierboven vertrokken werd naar rechts) en pas je bocht-rate aan zodat je terug in de as van de baan, in tegengestelde richting aankomt.
Aandachtspunten:
- Begin de oefening met wind in de rug, zodat je de oefening beëindigt in de landingsrichting.
- Wijk zo weinig mogelijk af van je hoogte.
N.B.: Onthoud dat deze figuur ook gebruikt wordt als landingsprocedure. In dat geval zal de daling ingezet worden op het ogenblik dat in de 2de bocht het toestel opnieuw evenwijdig met de landingsbaan vliegt. De daalmaat dient dan aangepast te worden om het toestel in het begin van de baan te laten landen.
|
Dubbele looping |
|
- Vlieg aan in de as van de baan tegen de wind in.
- Maak de eerste looping.
- Als je helemaal rond en terug horizontaal bent, begin dan aansluitend de 2de looping.
- Beëindig de figuur in rechtlijnige horizontale vlucht.
Aandachtspunten:
- Als je de oefening begint geef dan vol gas op het ogenblik dat je het toestel optrekt.
- Als het toestel over de top gaat, trek je de gas op traagloop. Zo vermijd je dat het toestel in overspeed gaat!
- Tracht de loopings zo rond mogelijk en in hetzelfde vertikale vlak te maken.
- Bij het beindigen van de oefening geef je opnieuw voldoende gas om het vliegtuig rechtlijnig horizontaal te laten vliegen.
|
Platte acht |
|
- Vertrek uit rechtlijnig horizontale vlucht.
- Maak een bocht van 90° naar rechts of links. Je bereikt zo het snijpunt van de 2 cirkels.
- Verleg je bocht nu in de andere richting en maak een volledige bocht van 360° tot je terug op het snijpunt komt.
- Verleg je bocht weer in de andere richting en maak Uw 2de volledige bocht van 360° in de andere richting.
- Wanneer je terug evenwijdig bent met de baan ga je opnieuw over naar rechtlijnige horizontale vlucht.
Aandachtspunten:
- Hou rekening met de windrichting. Neem meer helling als de wind je uit de cirkel blaast, en minder helling als de wind je naar het midden van de cirkel blaast.
- Wijk zo weinig mogelijk af van je hoogte.
- Hou er rekening mee dat het toestel, op het ogenblik dat U helling neemt, virtueel aan draagkracht verliest. Vang dit op door een beetje gas bij te geven. Als U bij het einde terug horizontaal gaat vliegen, breng je de gas terug naar zijn oorspronkelijke stand.
|
Tolvlucht of Spiraal |
|
Hier heeft U de keuze: ofwel maak je een tolvlucht, ofwel een dalende spiraalvlucht van drie toeren.
Tolvlucht:
- Breng het toestel in een "spin".
- Na 3 tolslagen stop je de draaibeweging.
- Trek het toestel zachtjes terug in rechtlijnige horizontale vlucht, in dezelfde richting als de aanvliegrichting.
Dalende Spiraal:
- Trek de motor op traagloop om een daling in te zetten.
- Maak 3 korte bochten van 360° al dalende.
- Ga dan opnieuw over naar rechtlijnig horizontale vlucht, in dezelfde richting als de aanvliegrichting.
Aandachtspunten:
- Begin de oefening op een veilige hoogte. Vergeet niet dat je veel hoogte verliest tijdens deze oefening.
- Maak geen te bruuske bewegingen om het toestel niet structureel te stresseren.
- Breng na de duik het toestel eerst terug horizontaal voordat je opnieuw gas bijgeeft.
|
Go around |
|
- Vlieg een normaal circuit.
- Maak een gewone nadering met het oog op een normale landing.
- Juist voordat het toestel de grond zou raken breek je de landing af en geef je terug gas.
- Klim terug naar circuithoogte met een normale egale stijgvlucht, in de as van de baan.
Aandachtspunten:
- Wanneer je gas geeft om de go around in te zetten, let dan op dat je het toestel eerst even horizontaal houdt om snelheid te winnen, voordat je terug stijgt.
- Let op dezelfde punten als bij een normale take off.
|
Simulatie noodlanding |
|
- Breng het toestel op circuithoogte boven het terrein.
- Trek de motor op traagloop.
- Breng het toestel in zweefvlucht naar de landingsbaan en land.
Aandachtspunten:
- LET HIER VOORAL OP JE SNELHEID! Zowel te hoge als te lage snelheid resulteert in te grote daalhoek!
- Forceer vooral deze oefening niet:
Duik niet naar je landingspunt, want dan zal het toestel teveel snelheid hebben en over de baan schieten. Indien je te laag bent en de baan niet meer haalt, probeer dan niet door hoogte te trekken het toestel toch nog op de baan te krijgen, want dan zal het toestel afhaken en neerstorten. Breek in dit geval de oefening af door terug gas te geven, en begin opnieuw.
- Simuleer tijdens je training een motorpanne op verschillende plaatsen, zodat je vertrouwd kan worden met het "terugbrengen" van het toestel onder verschillende omstandigheden.
|
Landing |
|
- Breng het toestel op circuithoogte boven de landingsbaan. Ingeval van een rechts circuit maak je nu enkel nog rechtse bochten, ingeval van links circuit zijn het linkse bochten.
- Op het einde van de baan maak je een bocht van 90° en vlieg door tot het toestel duidelijk naast de baan is. (Dit been noemt men "cross leg")
- Maak opnieuw een bocht van 90° en vlieg met de wind mee evenwijdig aan de baan. (Downwind).
- Vlieg tot voorbij het begin van de baan en maak dan opnieuw een bocht van 90°, om haaks op de baan te gaan vliegen. (Base leg). Zet op dit ogenblik ook de daling in. Pas je daalmaat aan om het toestel in het begin van de baan op de grond te krijgen.
- Maak een dalende bocht van 90° om het toestel in de as van de baan te krijgen (Final), en land.
Aandachtspunten:
- Verzorg het circuit. Elk been bestaat uit een recht stuk. Een goed gevlogen circuit is dus geen grote cirkel!
- Let op visuele referentiepunten om je bochten in te zetten.
- Begin je snelheid geleidelijk te minderen naar landingssnelheid als je halfweg "downwind" bent.
- Hou je snelheid goed in het oog. De landing is de figuur bij uitstek die uitnodigt om te traag te vliegen, wat gewoonlijk tot brokken leidt!
- Voor de zwevers moet je er rekening mee houden dat de vrije zweefvlucht, inclusief landingscircuit en landing, minimaal 3 minuten moet duren.
N.B.: Het circuit voor een landing is dikwijls afhankelijk van de restricties die het terrein waar je vliegt je oplegt. Normaal wordt een landingscircuit rechthoekig gevlogen, maar indien dit niet mogelijk is kan het toestel aangevlogen worden met een "procedure turn". (Zie hoger voor uitvoering).
Noteer ook dat bij zwevers de landing eigenlijk steeds een noodlanding is, en je dus geen fouten kan repareren door gas te geven...
|